Co-ouderschap vaak voor hoogopgeleide tweeverdieners

Hoewel het co-ouderschap wint in populariteit, is deze manier van ouderschap na de scheiding nog niet voor iedereen weggelegd, zo bewijst onderzoek van Wilma Bakker aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Het co-ouderschap past namelijk het beste bij hoogopgeleide tweeverdieners met een relatief hoog inkomen.

Dat het co-ouderschap de afgelopen jaren sterk gestegen is – inmiddels is het realiteit voor 27% van de kinderen in een gescheiden gezin – heeft volgens Bakker dan ook te maken met het toenemende aantal tweeverdienende ouders. “Op het moment dat tweeverdieners gaan scheiden, blijkt dat co-ouderschap vaak het beste past bij hun ervaringen en voorkeuren”, legt Bakker uit. Zij zijn immers al gewend om zorg en betaald werk zo goed mogelijk te verdelen, zodat ze dit na de scheiding kunnen voortzetten. Ook beschikken tweeverdieners over de middelen die nodig zijn om co-ouderschap te laten werken. Zo kunnen ze ieder een woning in dezelfde buurt komen, zodat ze allebei gemakkelijk betrokken kunnen blijven bij het dagelijks leven van de kinderen.

Alleenstaande moeders trekken aan het kortste eind

Een paar weken geleden schreven we al dat moeders van jonge kinderen het zwaarst lijden onder een scheiding. Het onderzoek van Bakker beaamt dit: voor alleenstaande moeders is het vaak moeilijk om werk, zorg en vrijheid te combineren. “Vaak gaan zij na een scheiding meer werken, terwijl ze daarnaast prioriteit blijven geven aan de kinderen”,  zegt Bakker. Hierdoor hebben alleenstaande moeders eigenlijk geen tijd voor zichzelf. “Zij slagen er minder goed in dan co-ouders om zorgtaken te scheiden van werkverplichtingen en vrijetijdsactiviteiten.”

Meer lezen?

Volg ons op Facebook om op de hoogte te blijven van al het nieuws omtrent co-ouderschap na je scheiding!