Omgangsregeling

Meestal gaan de kinderen na een scheiding bij één van beide ouders wonen. Met de andere ouder wordt dan een omgangsregeling getroffen. De omgangsregeling komt in overleg tussen jou en je ex-partner tot stand. Het is de bedoeling dat jullie samen afspraken maken. Als dit niet lukt, kun je hulp inschakelen van een mediator. Anders bepaalt de rechter een omgangsregeling.

Hoe ziet een omgangsregeling eruit?

Hoe de omgangsregeling eruit komt te zien, is onder andere afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Baby’s en jonge kinderen hebben bijvoorbeeld nog erg veel behoefte aan rust en regelmaat. Het is dan niet verstandig om het kind steeds van de ene naar de andere ouder te brengen. Bij oudere kinderen is dit makkelijker en kan je kind zelf ook inspraak krijgen in de omgangsregeling. Ook de werktijden van jou en je ex-partner, de school van de kinderen en eventuele sportclubs of muzieklessen spelen uiteraard een rol. Er wordt in ieder geval in de omgangsregeling opgenomen wanneer de kinderen bij welke ouder zijn, hoe lang zij daar blijven, hoe de schoolvakanties worden geregeld en wie de kinderen ophaalt en brengt.

Wettelijk gezien hoeven er geen afspraken gemaakt te worden voor omgang met de grootouders. In de wet staat wel dat kinderen recht hebben op omgang met personen met wie ze een nauwe persoonlijke betrekking hebben. In sommige gevallen is dit ook zo tussen het kind en de opa en oma. Je kunt er dus voor kiezen om ook omgang met de grootouders in de omgangsregeling op te nemen. Dit kan ook overigens  door de rechter toegewezen worden.

Wanneer kan een omgangsregeling gewijzigd worden?

Er zijn verschillende situaties waarin een omgangsregeling gewijzigd kan worden. Allereerst kan de omgangsregeling gewijzigd worden als één van de ouders zich niet aan de omgangsregeling houdt. Hier moeten dan wel bewijzen voor zijn. De rechter kan vervolgens een nieuwe omgangsregeling vast stellen.

Ook als één van de ouders naar de andere kant van het land verhuist, kan dat reden zijn om de omgangsregeling te wijzigen. Het is dan bijvoorbeeld niet reëel om op doordeweeks dagen te switchen tussen twee huizen. In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden. Het is dan verstandiger om de omgangsregeling opnieuw op papier te zetten.

Daarnaast speelt ook de mening van de kinderen een rol. Kinderen kunnen uit hun doen raken als ze vaak van omgeving moeten wisselen. Zeker bij het co-ouderschap, waar kinderen letterlijk in twee huizen wonen.  Dit is niet voor alle kinderen geschikt en kan reden zijn om de omgangsregeling te herzien. Tot slot veranderen de behoeften van de kinderen naar mate ze ouder worden. Ze worden zelfstandiger en mobieler en hebben wellicht om voorkeur om meer tijd bij de ene ouder door te brengen dan bij de ander. Vanaf dat kinderen 12 jaar oud zijn, neemt de rechter hun mening mee in zijn overwegingen.

Voor ieder situatie geldt dat wanneer je op korte termijn een besluit van de rechter wilt hebben, je een kort geding zal moeten aanspannen. Dit is een versnelde procedure waarin de rechter een voorlopige uitspraak doet. Zo kan bijvoorbeeld beslist worden dat je kind over een aantal weken wel mee mag op vakantie met de niet-verzorgende ouder.

Wil je persoonlijke hulp?

Kies de hulp die het beste bij jouw situatie past

Hulp bij scheiden